Sinds 2014 heeft de Federatie Dutch Creative Industries, meestal in samenwerking met het Topteam Creatieve Industrie en het Dutch Creative Council, zich ingespannen om een dialoog met ‘de politiek’ op te bouwen. Dat gebeurde onder meer door middel van twee ‘Creatieve Manifesten’, ontmoetingen met kamerleden (vooral PvdA, CDA en D66) in den Haag en Eindhoven (DDW), met ministers (Schippers) en gesprekken met individuele kamerleden. Steeds is ingezet op het belang van innovatie, internationalisering en human talent. Maar ook op diversiteit en zogenaamde ‘crossovers’.
Bij nalezing van de belangrijkste verkiezingsprogramma’s, vooral op de hiervoor genoemde onderwerpen, blijkt het programma van D66 de meest uitgewerkte ideeën te bevatten ten aanzien van de rol en functioneren van het bedrijfsleven (waaronder het creatieve bedrijfsleven) terwijl de PvdA de enige partij is die de creatieve industrie direct aanspreekt op die rol. Voor voortzetting van het huidige topsectorenbeleid blijkt weinig of geen draagvlak. De SP lijkt als enige te hebben geïnvesteerd in de vormgeving van het programma zelf, daar staat tegenover dat dezelfde partij paradoxaal genoeg visueel een vrijwel uitsluitend ‘wit’ Nederland presenteert.
Opmerkelijk is dat het Engelse kabinet juist zeer recent heeft besloten om de creatieve industrie aan te wijzen als een van de vijf ‘key government sectors’. Deze sleutelsectoren (sectoren die in staat zijn gebleken zich goed te organiseren) kunnen in het kader van ‘post-brexit beleid’ rekenen op extra ondersteuning door middel van ‘sector deals’.
Voor gedetailleerde analyse het document hierna: