Het korte termijn risico van de huidige crisis is onder meer dat sector externe factoren diepe bressen slaan in de structuur en werking van de culturele en creatieve sector die juist van cruciaal belang is voor de veerkracht en het innovatievermogen van Nederland.
Er bestaat een gerede kans dat veel creatieve professionals, zzp’ers en zij die geen emplooi meer vinden bij (de veelal kleine en kwetsbare) bedrijven, de sector zullen verlaten. Daarmee wordt het Nederlandse creatieve menselijke kapitaal uitgehold, terwijl dat in de toekomst juist nodig is voor de innovatieve kenniseconomie die Nederland wil zijn.
Waarde van de culturele en creatieve sector
De waarde van de culturele en creatieve sector voor Nederland manifesteert zich op verschillende manieren.. De sector is van direct economisch belang met een toegevoegde waarde van 3,7% van het BNP (€ 25,5 miljard) 4,5% van alle banen (320.000). Het aantal banen groeit bovendien al jarenlang bovengemiddeld. Daarnaast levert hij door middel van creatieve cross overs een cruciale bijdrage aan innovatie in tal van domeinen van de economie. Daarom wordt haar in het missiegedreven innovatiebeleid een sleutelrol toegedicht in de innovaties waarmee grote maatschappelijke uitdagingen aangepakt kunnen worden. Van alle creatieve professionals in Nederland werkt naar schatting de helft in bedrijven buiten de culturele en creatieve sector; vormgevers in de maakindustrie en communicatie-experts in de retail bijvoorbeeld. De sector is daarnaast een pionier in de ontwikkeling van de netwerkeconomie; 46% van alle banen wordt ingevuld door zzp’ers. Het maatschappelijk belang blijkt uit haar capaciteit om toekomstgerichte concepten, te vertalen in interventies gericht op sociale innovaties, in concrete maatschappelijk praktijken, op het niveau van een wijk of een instelling voor thuiszorg, en op systemisch niveau, door bij te dragen aan een inclusieve of duurzame samenleving. Het culturele belang van de culturele en creatieve sector kan nauwelijks onderschat worden. Ze speelt een cruciale rol in identiteitsvorming en is leidend in de vormgeving van onze esthetische cultuur en de openbare ruimte. Ze is verder cruciaal voor de inrichting van het maatschappelijke debat en essentieel voor de werking van ons democratisch systeem.
Effecten van de corona-crisis
De recente beperkende maatregelen in het kader van de corona crisis treffen de culturele en creatieve sector op verschillende manieren.
- Op de korte termijn is een aantal bedrijfsactiviteiten volledig stilgelegd waardoor inkomsten tot nul terugvallen. De productie.en het aanbod van diensten en producten is gestaakt. Dat geldt vooral daar waar aanbod van diensten en consumptie ervan plaats- en tijdgebonden zijn en voor bedrijfstakken waar de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten veel sociale interactie vergt.
- Voor sommige bedrijfstakken heeft de beperking van sociale interactie direct of indirect geleid tot een sterke en significante afname van de vraag, bij continuering van de bedrijfsvoering.
- Effecten op de middellange termijn zijn het gevolg van de aangekondigde recessie waarvan de ernst afhankelijk is van de duur van de beperkende maatregelen. Die laten zich voelen op de consumenten- en de zakelijke markt. Voor wat de laatste betreft raakt dat direct aan de opdrachtenportefeuille en de werkvoorraad van de creatieve zakelijke dienstverlening en de reclamemarkt voor de media industrie.
De aard en de mate van doorwerking van bovenstaande effecten in de culturele en creatieve sector wordt sterk bepaald door een aantal specifieke kenmerken van die sector. Twee daarvan zijn hier van bijzonder belang.
Het grote aantal zzp’ers maakt de sector weliswaar flexibel, maar ook kwetsbaar. Zij vormen de flexibele schil in de media industrie en de creatieve zakelijke dienstverlening, en staan zelfs in de kern van de bedrijfsvoering van de kunsten waar producenten en gezelschappen steeds minder makers in dienst hebben. Als bij een donderslag bij heldere hemel vallen ze terug naar nul inkomsten, terwijl hun economische en arbeidsrechtelijke positie daarvoor al precair was.
Een tweede hier relevant kenmerk van deze sector is dat een groot deel van de opdrachten die vanuit de culturele en creatieve sector worden verleend aan derde partijen geplaatst worden binnen andere delen van de creatieve sector. Dat geldt voor 0,4 € van iedere euro. In tijden van groei impliceert dat een extra rendement van iedere geïnvesteerde euro. In de huidige tijd geldt dat een voorziene terugloop van te investeren middelen leidt tot versterkte krimp.
Consequenties
Afhankelijk van de duur van de huidige crisis zal de mate waarin ze consequenties heeft voor de culturele en creatieve sector verschillen. Voor nu geldt dat de nood het hoogst is bij die onderdelen van de sector waar de inkomsten tot nul zijn gereduceerd, als gevolg van het eerste effect zoals hierboven aangegeven. Veel bedrijven die daardoor getroffen zijn komen in acute liquiditeitsproblemen. Daarbij verdient de positie van zzp’ers bijzondere aandacht. Zij zijn in de verschillende ketens binnen deze sector veruit de kwetsbaarste partij. Ook als is hier sprake van een effect op korte termijn, de gevolgen voor de creatieve en culturele sector zullen in dit geval zeker ook structureel zijn. De veerkracht van de sector is groot, maar niet dermate dat ze hier ongeschonden uitkomt., als gevolg van faillissementen en de talrijke onafhankelijk werkende professionals die noodgedwongen voor een ander beroep gaan kiezen.
De veerkracht van de bedrijven en bedrijfstakken die te maken krijgen met vraaguitval als gevolg van het tweede effect als hierboven genoemd, wordt eveneens zwaar op de proef gesteld. In welke mate dat gebeurt is minder eenduidig dan in het eerste geval. Een voorbeeld in een aanpalende bedrijfstak, de retailsector, laat zien dit ook kan leiden tot precaire situaties die om actie vragen
De consequenties van het derde effect gelden als de Nederlandse economie in een recessie raakt. Voor de culturele en creatieve sector variëren, afhankelijk van de duur van de huidige beperkingen, de consequenties dan van een tijdelijke terugval tot een structurele impasse. De gevolgen die hierboven geschetst voor het onmiddellijke effect, zullen zich ook op die wijze doen voelen in de deelsectoren en domeinen die nu nog niet op deze wijze getroffen worden.
Toekomst van de creatieve kenniseconomie
Geruime tijd geleden kreeg de creatieve industrie het predikaat sleutelgebied op basis van de uitzonderlijke prestaties van de culturele en creatieve sector. Vervolgens werd deze bijzondere positie gecontinueerd als topsector. De sector heeft die titel in de voorbije jaren meer dan waargemaakt. Inmiddels heeft hij een sleutelpositie gekregen in het missiegedreven innovatiebeleid van het huidige kabinet, in het besef dat de culturele en creatieve sector van belang is voor het vormgeven en versnellen van innovaties en een brede economische, maatschappelijke waarde representeert.
Daarmee heeft de sector zich ontwikkeld tot een onmisbare asset voor het vormgeven van antwoorden op maatschappelijke uitdagingen en missies die Nederland zich gesteld heeft. De culturele en creatieve sector is daarmee een onderdeel van de infrastructuur die Nederland nodig heeft om de actuele uitdagingen van de huidige tijd aan te kunnen, inclusief de vormgeving van ons land in het post-corona tijdperk. Dat rechtvaardigt een bijzondere positie voor de culturele en creatieve sector. Haar belang overstijgt datgene wat traditionele kengetallen als toegevoegde waarde, aantal banen en arbeidsproductiviteit indiceren, al zijn ze voor deze sector tot op heden allemaal positief.
Het korte termijn risico van de huidige crisis is dat sectorexterne factoren, diepe bressen slaan in de structuur en werking van de sector die juist van cruciaal belang is voor de veerkracht en het innovatievermogen van Nederland. Er bestaat een gerede kans dat veel creatieve professionals, zzp’ers en zij die geen emplooi meer vinden bij (de veelal kleine en kwetsbare) bedrijven, de sector zullen verlaten. Daarmee wordt het Nederlandse creatieve menselijke kapitaal uitgehold, terwijl dat in de toekomst juist nodig is voor de innovatieve kenniseconomie die Nederland wil zijn.
Maatregelen en beleid
Deze analyse leidt tot de conclusie dat er momenteel een gerechtvaardigde behoefte is aan een overbruggings- en garantiefonds waarin in een drietal maatregelen wordt voorzien.
- Prioriteit geven aan deelsectoren en bedrijven waarvan de omzet volledig is weggevallen.
- Contingency maatregelen gericht op herijking verdienmodellen en behoud en vitaliteit van (bestaande) ketens
- Zorgen dat nieuwe kansen versneld tot nieuwe opdrachten leiden, in belang van maatschappelijk Nederland door versneld opstarten van innovatieprogramma’s